header.back to home

De Vlaming stoeft niet graag. De ratio primeert, de nuchterheid is wat ons bindt. Gaandeweg moet die gedachte ook het discours rond jeugdbeleid binnengesijpeld zijn. Ambitieuze plannen, allemaal goed en wel, maar een blik op de sobere pot middelen drukte ons telkens weer met de neus op de feiten. Ook nu weer valt er niet naast de besparingsbeslissingen van de Vlaamse regering te kijken. Het zijn kinderen en jongeren die de komende jaren aan den lijve zullen voelen dat er iets verandert: op school bij de leerkracht, bij hun lokale JAC als ze een babbel willen doen, op de voetbaltraining, ‘s avonds bij de fanfare of in het weekend in hun jeugdhuis.

Jongeren groeien vandaag op in een samenleving die fundamenteel anders is dan twintig, tien, of zelfs één jaar geleden. De wereld verandert ontzettend snel en wordt vooral steeds complexer voor kinderen en jongeren. De lijst van uitdagingen voor kinderen, jongeren en hun organisaties, wordt steeds langer, terwijl de werkmiddelen van die organisaties steeds verder beperkt worden.

Die vaststelling is des te onwaarschijnlijker als je ziet hoe ons stokpaardje, het jeugdwerk, al generaties lang internationaal geprijsd wordt door buurlanden en ver daarbuiten. Een groot divers landschap met verschillende werkvormen en soorten en een nog groter bereik van kinderen en jongeren. Wij jeugdwerkers, zelf steeds te vinden op de scharnierpunten waar kinderen en jongeren leven, leren en opgroeien, zien dan ook elke dag waar jongeren voor leven, van wakker liggen en over op straat komen. 

Het is voor ons daarom des te schrijnender om vast te stellen dat er weer eens wordt beknibbeld op die broodnodige ondersteuning en ruimte waar kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn. Iets wat we al een tijdje aanvoelen en verkondigen: we kunnen hoe langer hoe moeilijker al onze ambities waarmaken en doen wat nodig is. Steeds vaker botsen we op de grenzen van het haalbare. We willen zo graag knallen, maar de lucifers zijn steeds schaarser.  

Vanop een afstand lijkt wat we doen misschien vanzelf te gaan, maar niets is minder waar. Het onzichtbare buskruit in onze vuurpijlen zijn de duizenden vrijwilligers, ontelbare uren en vooral ontzettend veel goesting om het elke dag samen waar en warm te maken. Zonder financiële zuurstof dreigt ons vuurwerk echter uit te doven. Met één duizendste van de gehele Vlaamse begroting was ons schoentje nochtans snel gevuld. En toch zijn we de komende jaren alvast verplicht om onze veters nog strakker te strikken. 

blogpost vuurwerk

Maar hoe lang nog? Hoelang kunnen we nog antwoorden bieden op de steeds complexer wordende vraagstukken die primeren in het leven van kinderen en jongeren. Je zal geen enkele beleidsmaker horen zeggen tegen kinderen en jongeren te zijn. Niettemin trokken kinderen, jongeren en hun organisaties doorheen de jaren steeds vaker aan het kortste eind. Daarom hebben we vandaag beleidsmakers nodig die expliciet vòòr kinderen en jongeren kiezen. Niet alleen in vrijblijvende woorden maar vooral in ondubbelzinnige daden. Beste ministers, kinderen en jongeren verdienen vuurwerk. Geven jullie hen de vonk? 

Alexandra en Isaak.

Voorzitter en Ondervoorzitter van de Vlaamse Jeugdraad.