header.back to home

Al in de beleids- en begrotingstoelichting van 2021 formuleerde minister van Jeugd Benjamin Dalle de ambitie om tot een geïntegreerd decreet te komen, om zo de verschillende beleidsperiodes beter op elkaar af te stemmen, het jeugdbeleid beter te stroomlijnen en de bestaande regelgeving te vereenvoudigen. We spreken van een geïntegreerd decreet aangezien dit nieuwe decreet vier decreten vervangt, meer bepaald de decreten over:  

  1. Het vernieuwd Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid 

  1. De subsidiëring van het bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen 

  1. De ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid 

  1. Aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector (DAC) 

Hoe het decreet er dan concreet uit moest zien, daarover werd op verschillende momenten met de brede jeugdwerksector overlegd. Met als resultaat een tekst waar we als Vlaamse Jeugdraad tevreden over kunnen zijn. In ons advies Jeugddecreet waren we dan ook vooral positief, al gaven we ook enkele fundamentele verbeterpunten mee. We kregen de kans om die toe te lichten tijdens een hoorzitting in de commissie Jeugd, Cultuur, Sport en Media van het Vlaams Parlement op donderdag 19 oktober. 

Een paar kleine wijzigingen later is het decreet nu dus officieel gestemd, en zijn we tevreden over het definitieve resultaat. Tijdens de plenaire vergadering kregen ook de parlementairen van meerderheid en oppositie de kans om hun laatste opmerkingen te maken voor de uiteindelijke stemming. Daarbij werd het gelopen proces en de input die de sector gaf geprezen. We zijn zeer tevreden door de grote betrokkenheid van onze beleidsmakers en vinden het fijn dat onze oproep naar meer investeringen ook werd bekrachtigd.

Hieronder lijsten we de belangrijkste tussenkomsten van onze beleidsmakers nog eens op, recht van in de plenaire vergadering of van in de inhoudelijke commissies jeugd:

We krijgen echt van alle organisaties die erbij betrokken zijn geweest de boodschap dat het weliswaar moeilijk op gang kwam, maar dat ze daarna heel goed betrokken werden, en dat ze daar ook wel tevreden over zijn. Ik denk dat dat ook de manier is waarop je dat moet aanpakken. Als je in de jeugdsector veranderingen wilt doen, dan moet je dat doen mét jongeren. Dat is dus op zich ook een goede zaak.” 

Hannes Anaf (Vooruit)

Ook uitte Anaf de bezorgdheid dat sommige lokale besturen te passief zijn bij het uitwerken van hun lokaal jeugdbeleid en betreurt hij dat de middelen bestemd voor jeugdbeleid niet geoormerkt worden:  

"Ik heb mijn bezorgdheid geuit in de commissie over de opkomst van een jeugdbeleid met verschillende snelheden. Hoewel ik voorstander ben van lokale autonomie, merk ik op dat sommige gemeenten actief werken aan kindvriendelijkheid, terwijl anderen, door het ontbreken van specifieke middelen, een andere koers volgen. Hoewel dit gelukkig een minderheid betreft, biedt het huidige decreet geen duidelijk antwoord op hoe ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren in alle gemeenten voldoende ondersteund worden. Lokale autonomie is belangrijk, maar ik vind dat de Vlaamse overheid ook verantwoordelijkheid moet nemen om ervoor te zorgen dat kinderrechten overal in Vlaanderen gewaarborgd zijn." 

Hannes Anaf (Vooruit)

In het Jeugddecreet behouden lokale besturen autonomie over hun lokaal jeugdbeleid, maar de decretale verankering van de lokale jeugdraden wordt positief onthaald.

We zijn ook bijzonder tevreden dat de minister van Jeugd in dit decreet ook heel duidelijk de kaart trekt van het behoud van de decretale verplichting om lokale jeugdraden op te richten, want kinderen en jongeren betrekken is makkelijk gezegd, maar niet altijd gedaan. We willen dus dat die participatie en inspraak van kinderen en jongeren en hun organisaties bij het lokale beleid in de toekomst gewaarborgd blijft, al beseffen we dat de aanwezigheid van een lokale jeugdraad an sich nog niet alle garanties biedt, dus vandaar dat Bataljong de duidelijke en terechte opdracht meekrijgt om lokale besturen te ondersteunen in het uitwerken van een lokaal participatiebeleid voor kinderen en jongeren in de ruime zin en het ondersteunen van de lokale jeugdambtenaren en jeugdschepenen.” 

Tinne Rombouts (cd&v)

Ook Freya Perdaens haalde het belang aan van de lokale jeugdraden en besprak daarnaast ook de nood aan de lokale jeugdmonitor en cijfers over jeugdwerk en eventuele knelpunten.

"De minister wilde een verdubbeling bekomen van aantal steden en gemeenten met label kindvriendelijke stad en gemeente. Ik vroeg me af of deze doelstelling behaald is, en indien niet, waarom niet. We zijn ook blij dat het geïntegreerd jeugddecreet het belang van de lokale jeugdraad benadrukt, daar ging het hier vaak genoeg over in de commissiezittingen. Daarnaast zien we het voornemen om de lokale vrije tijdsmonitor en de jeugdmonitor als instrumenten te blijven inzetten om ook op lokaal en bovenlokaal niveau de nodige data over onze jeugd te verzamelen. Ik denk dat dat een goede zaak is: Hoe meer data we hebben, hoe meer we ook eventuele knelpunten in kaart kunnen brengen. We zien op dit moment echter dat geen enkel instrument gebiedsdekkend is. We vroegen ons dus af welke stappen daar nog in gezet kunnen worden."

Freya Perdaens (N-VA)

Over de verankering van het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan en de JoKER werden er ook bezorgdheden geuit. Deze instrumenten bestaan vandaag al, maar Jeremie Vaneeckhout (Groen) trekt de effectiviteit hiervan in twijfel: 

Als ik kijk naar wat er gebeurt op het gebied van mobiliteitsarmoede bij kinderen en jongeren, als het gaat over de situaties in de jeugdzorg en jeugdhulp die vorige week zijn aangeraakt door de kinderrechtencommissaris, als het gaat over onderwijs – lege brooddozen –, als het gaat over mentaal welzijn en heel wat andere zaken, zie je de standaard dure woorden van het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan. Maar tot op vandaag zijn de resultaten van de Vlaamse Regering er niet, na vijf jaar, om te zeggen dat u een garantie geeft als het gaat over kinder- en jongerenrechten.” 

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Als Vlaamse Jeugdraad maken wij ons al langer zorgen over de slagkracht van de administratie. Een sterke administratie, een sterk departement jeugd is cruciaal voor de ondersteuning van de sector. Bovendien komen er met dit nieuw decreet bijkomende taken bij, onder andere door de invoering van plaatsbezoeken. In het verleden werd hier al geregeld het belang van besproken in de commissie jeugd.

Om de hoge ambities van dit decreet te realiseren is er naast een sterke administratie ook nood aan structurele investering in het jeugdwerk. We zijn dan ook zeer tevreden dat er bij de meest recente begrotingsopmaak 6 miljoen euro werd vrijgemaakt voor de jeugdsector, een historische investering. Deze investering maakte het ook mogelijk om de jaarlijkse basisfinanciering op te trekken naar 100.000 euro. Hierover werd in de commissie Jeugd van het Vlaams Parlement al heel vaak gesproken. O.a. ook naar aanleiding van onze Valentijnsbrief die we in februari 2023 uitstuurden.

“U weet dat internationaal onderzoek aantoont dat middelen die geïnvesteerd worden in jeugdwerk, drie tot zes keer terugverdiend worden, via het besparen op latere en andere plekken van uitgaven van de overheid. Het is dus alleen maar een goede keuze om daar meer geld voor vrij te maken. Het gaat over een duizendste van de Vlaamse begroting die naar het budget Jeugd gaat. Een duizendste geven we aan ons jeugdwerk, dat 1 miljoen kinderen en jongeren op een fantastische manier laat opgroeien en kansen geeft..” 

Jeremie Vaneeckhout (Groen)

Ook Freya Perdaens benadrukte de noden van het jeugdwerk, de stijgende aantrekkingskracht en de vertaling van het nieuwe jeugddecreet hiervoor.

"Het nieuw jeugddecreet heeft zich vertaald naar een mooie structurele stijging van de middelen voor het landelijk en bovenlokaal jeugdwerk, en dat was ook echt nodig. Het jeugdwerk blijft ontzettend populair, maar het is niet altijd evident voldoende plaats te bieden voor alle gegadigden. Naast de ondersteuning van het klassiek jeugdwerk, zien we ook dat er deze legislatuur oog was voor vernieuwende vormen van jeugdwerk. Dit vergroot de aantrekkingskracht van het Vlaams jeugdwerk nog meer en leidt jongeren die niet wensen aan te sluiten bij het klassiek jeugdwerk toch tot plekken waar ze elkaar kunnen ontmoeten."

Freya Perdaens (N-VA)

Minister Dalle liet zich al verschillende malen ontvallen dat hij principiële voorstander is van een volledige indexering van de middelen van het jeugdwerk (momenteel worden enkel de personeelsmiddelen geïndexeerd, wat neerkomt op een indexering van 50% van de middelen). We zijn dan ook blij dat de minister dit tijdens de plenaire vergadering nogmaals herhaalde en de toekomstige meerderheid oproept te blijven investeren in het jeugdwerk

Ik hoop dat de toekomstige verkozenen, de toekomstige meerderheid, deze extra inspanningen zullen honoreren. Ik kan met een jeugddecreet niet verankeren dat daar een groeipad in zit of dat men dezelfde inspanningen zal doen.” 

Benjamin Dalle (Minister van jeugd - cd&v)

Maar de ervaring leert ons dat er na verkiezingen kan worden terug gekomen op reeds gedane investeringen. We delen dan ook de bezorgdheid van Jeremie Vaneeckhout (Groen)

“We zijn zeer erkentelijk voor de inspanning die gebeurt binnen de begroting 2024. […] De sector heeft er ook tien jaar voor gestreden opdat dat eindelijk zou worden gedaan. […] Wij willen een volgende Vlaamse Regering dus alvast oproepen om de erfenis van minister Dalle niet ongedaan te maken en die 6 miljoen euro die nu wordt geïnvesteerd, aan te houden. Maar dit ontwerp van decreet verankert niet met absolute zekerheid dat de sector de middelen zal blijven krijgen. Die heeft heel veel middelen extra nodig om de ambities van het ontwerp waar te maken, en vandaag zijn daar geen harde garanties over.”

Jeremie Vaneeckhout (Groen):

Tot slot haalde Tinne Rombouts ook in de plenaire bespreking nogmaals het belang aan van kwalitatieve jeugdinfrastructuur en blikt ze alvast vooruit op de financiële noden en visie en een voorstel van conceptnota die ook besproken zullen worden in de commissie jeugd de komende weken.

"Voor de commissie Jeugd is dit een heel belangrijk ontwerp van decreet voor deze legislatuur. Maar, collega’s, het werk is zeker nog niet af als we kijken naar de alarmbellen die vandaag geluid zijn vanuit het jeugdwerk. Ondanks de grote en zware investeringen van deze huidige regering en van de minister van Jeugd, Benjamin Dalle, is het toch belangrijk dat we ook nog een toekomstplan voor de jeugdinfrastructuur zullen uitwerken. Bij dezen kijk ik dus ook al uit naar de agendering van onze conceptnota en de bespreking ervan in de commissie."

Tinne Rombouts (cd&v)

Met het nieuwe jeugddecreet is een grote kaap genomen in de duurzame investering in het jeugd(werk)beleid van de komende jaren. We zullen erover waken dat ook de volgende minister van Jeugd en hun collega’s de genomen beslissingen zal erkennen en bevestigen met de passende begrotingsbeslissingen. 

Afsluiten doen we graag met een expliciete bedanking van minister van Jeugd Benjamin Dalle: bedankt om onze sector nauw te betrekken bij de opmaak van het decreet, om rekening te houden met onze adviezen en om een historische investering in onze sector te realiseren.   

Ook interessant...

Het Jeugddecreet

We zijn tevreden met het huidig jeugddecreet, maar geven in dit advies graag nog een aantal verbeterpunten mee!
  • #Jeugdwerk
Advies

Congres #Jeugdwerkwerkt: het jeugdwerkeffect en de samenleving.

Amir schreef een brief naar alle jeugdwerkers in Vlaanderen en Brussel. Tijdens het congres #JeugdwerkWerkt van De Ambrassade ging...
  • #Jeugdwerk
Blog
  • #Jeugdwerk
  • #Beleid
Event