Het (inter)nationale klimaatbeleid beïnvloeden: makkelijker gezegd dan gedaan

Nu zijn we twee jaar verder en ben ik net terug van de COP28 in Dubai. Het was een drukke periode. We hebben met de Vlaamse Jeugdraad onze deelname goed voorbereid en ter plekke heb ik twee weken alles gegeven om het (inter)nationale klimaatbeleid ook echt te beïnvloeden. Hier neem ik jullie graag even mee naar hoe we dat precies geprobeerd hebben. 

Zonder voorbereiding moet je eigenlijk niet naar zo'n gigantische klimaattop vertrekken, dan verdwaal je in zijn grootsheid en wordt je stem nog sneller opzij geschoven. Sterke allianties smeden is dan cruciaal en gelukkig kon de vorige jongerenvertegenwoordiger, Anna, me op het juiste pad zetten.  

Naar aanloop van de COP zijn de Klimaatcoalitie, de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, Forum des Jeunes, European Youth Forum en de vele Europese jongerenvertegenwoordigers echte krachtige partners in crime geweest. Samen bekeken we hoe we in Dubai een tegenwicht konden bieden aan de olielobby en met welke concrete eisen we de internationale klimaatambitie omhoog gingen schuiven. Wij jongeren en middenveld waanden ons zowaar een eigen lobbygroep. 

Ook voor de Vlaamse Jeugdraad moest ik dus op zoek gaan naar enkele concrete focuspunten, en als vertegenwoordiger van alle jongeren zuig je die natuurlijk niet zomaar uit je duim. Gelukkig vond ik een sterke basis in de adviezen van de Werkgroep Klimaat van de Vlaamse Jeugdraad. Afgelopen jaren werkten we er rond klimaateducatie en klimaatrechtvaardigheid, we organiseerden jongerenavonden, expertsessies en deden bevragingen. Het resultaat: concrete eisen die meegenomen konden worden tot op het hoogste niveau.   

Deze eisen waren nog niet genoeg, want wat verwachtten de kinderen en jeugd nu concreet van deze klimaattop? Hiervoor konden we op onze trouwe partners zoals Unicef, Globelink en de gentse Green Office rekenen. Zij organiseerden de kinderklimaattop in Brussel en de Youth Climate Summit in Gent. Wij jongerenvertegenwoordigers waren daar, samen met honderden leeftijdsgenoten, aanwezig en namen de uitkomsten mee naar Dubai. 

Tijdens de COP hebben Aurèle (de Franstalige Belgische jongerenvertegenwoordiger) en ik het beleid op drie manieren beïnvloed: door ontmoetingen met Belgische en Europese beleidsmakers, het uitwisselen van ideeën met jongeren en het uitoefenen van druk via de media.

We concentreerden alle Belgen die we wilden spreken op dezelfde locatie, waardoor we in twee weken vergaderingen hadden die normaal maanden zouden duren. We spraken met onder andere premier Alexander De Croo, minister van Energie Tinne Van der Straeten en minister van Klimaat Zakia Khattabi. Niet elk gesprek verliep vlekkeloos, maar ze waren altijd lang en constructief, geen oppervlakkige 'youthwashing'-momenten.

De gesprekken zetten zich voort in de gangen, de metro, recepties en bij het hotel, waar we subtiel onze eisen inbrachten. Daarnaast versterkte de aanwezigheid van veel jongeren op de COP onze samenwerking en betrokkenheid, vooral met jongeren uit het globale Zuiden, wier verhalen ons werk voor klimaatrechtvaardigheid versterkten. Samen met hen namen we deel aan verschillende acties voor klimaateducatie, klimaatrechtvaardigheid en een uitstap uit fossiele brandstoffen.

Als jongeren eisten we ook een prominente rol op in de Belgische media, met interviews en opinies die onze adviezen over klimaateducatie en -rechtvaardigheid een boost gaven. Deze adviezen kregen mogelijk zelfs meer aandacht dan in de afgelopen weken.

De slotconclusie van de COP mocht zeker ambitieuzer, vandaag staat ze helaas niet in lijn met de wetenschap en onze eis voor klimaatrechtvaardigheid. Toch is ze historisch, het is de eerste keer dat het einde van fossiele brandstoffen (voorzichtig) wordt benoemd in zo’n tekst.  

Wij jongeren hebben daar ongetwijfeld als een klein puzzelstukje een rol in gespeeld, door te praten met veel Belgische en Europese beleidsmakers, veel uit te wisselen en te betogen met jongeren en door tot slot de media te woord te staan. Het was een eer jullie te mogen vertegenwoordigen.