Het Vlaams Parlement heeft aandacht voor vrije tijd en de toegang tot jeugdwerk!
13/02/2024
Meer dan 7 op de 10 jongeren nemen deel aan activiteiten van een vereniging
Meer en meer jongeren en kinderen vinden makkelijker de weg naar het jeugdwerk en andere verenigingen. Van de verenigingen waar jongeren actief zijn, zijn sportverenigingen het meest populair (bijna 50 procent). Ook jeugdverenigingen (28 procent) en culturele verenigingen (17 procent) bereiken een aanzienlijk deel van de jeugd. Dit zijn mooie cijfers. Maar we zijn er nog niet volledig.
"Het belangrijkste is dat elke jongere in Vlaanderen en Brussel toegang heeft tot kwaliteitsvolle vrije tijd, of dat nu via jeugdbewegingen zoals de Chiro, scouts, of KSA is, een sportclub, of een andere specifieke activiteit. Het streven is niet om elke jeugdwerking divers te maken op elk moment, maar om ervoor te zorgen dat vrijwel alle jongeren toegang hebben tot goede vrijetijdsbesteding."
Minister Dalle wijst op sociale verschillen uit de enquête: sommige jongerengroepen zijn minder betrokken bij verenigingsactiviteiten. Het betreft jongeren met financiële beperkingen, ouders zonder secundair onderwijsdiploma, BSO- en arbeidsmarktgerichte opleidingen, en jongeren met een buitenlandse achtergrond. Ook jongeren met een ziekte of handicap doen minder mee in sportverenigingen. Het erkennen van deze barrières is cruciaal om de toegankelijkheid van verenigingsactiviteiten voor alle jongeren te verbeteren.
Minister Dalle gaf aan dat binnen het jeugdwerk er intensief ingezet wordt op de toegankelijkheid van de organisaties.
Binnen het jeugdwerk gebeurt dat met de samenwerking Komaf, een samenwerking tussen de vier ‘kenniscentra’ Ambrassade, Bataljong, Jint en het Kenniscentrum Kinderrechten (KeKi). Die werken samen om binnen het jeugdwerk diversiteit en inclusie te realiseren via vormingen, intensieve begeleidingen en proeftuinen.
Veel andere parlementsleden waren het met deze gedachte eens en benadrukten het belang van vrije tijd. Dat maakt ons blij. Ook de Vlaamse Jeugdraad heeft hier al adviezen over geschreven. Daarin focussen we vooral op minderheidsgroepen die te weinig vrije tijd hebben.
“Het belang van dat jeugdwerk is extreem groot. Hoe zorgen we ervoor dat ook de kinderen die het eigenlijk misschien zelfs het meeste nodig hebben in dat jeugdwerk, in die activiteiten geraken? … Er worden veel initiatieven rond genomen, maar we zien dat er nog steeds meer nodig is. Nochtans is de vraag er, want je ziet heel veel nieuwe zaken ontstaan, andere vormen van jeugdwerk, andere vormen van sport. Vaak zijn die iets vrijblijvender en krijgen ze ook geen structurele subsidies – ook dat is een aandachtspunt.”
“We bereiken al heel veel van die jongeren perfect, maar we blijven zitten met die drie op de tien die we nu niet bereiken en die we ook in 2018 eigenlijk nog niet bereikten. Mijn vraag is dus hoe we ervoor gaan zorgen dat we die drie op de tien alsnog naar het jeugdwerk kunnen trekken en hen kunnen betrekken, eerst misschien via doelgroepgerichte werkingen en via compleet inclusieve gewone jeugdwerkingen – dat is allemaal prima voor mij. “
We zijn blij dat het JOP-onderzoek en het Vlaams Parlement aandacht hebben voor dit onderwerp. Minister Dalle en jeugdorganisaties hebben al veel gedaan, maar er is nog werk aan de winkel. Niet elk kind en elke jongere heeft toegang tot vrije tijd zoals ze willen. Om dit te verbeteren, is steun nodig. We blijven ons hiervoor inzetten in samenwerking met Komaf komen we hopelijk ooit op die 100%.